De parochieregisters van Dilbeek
De
parochieregisters zijn verwerkt in Gezinnen & Personen te Dilbeek en beginnen
voor wat de dopen betreft in 1610, de ondertrouwen/huwelijken in 1617, de
overlijdens/begravingen in 1652. De dopen beginnen niet toevallig in dat jaar.
Vele pastoors keren na 1609 terug naar hun parochies na de afkondiging van het
Twaalfjarig Bestand (1609-1621), onder bisschop van Mechelen Mathias Hovius en
de regering de regering van Albrecht en Isabella. Dit was een rustperiode in de
geschiedenis. De jaren 1672 tot en met 1676 ontbreken. Vanaf 1677 staat, op
enkele uitzonderingen na, enkel nog het huwelijk en niet meer de ondertrouw
aangegeven. Er ontbreken geboorten/dopen vanaf 27 mei 1732 tot en met 9 oktober
1732. In 1757 ontbreken er klaarblijkelijk ook enkele vanaf augustus tot eind
november. Tevens is er een lacune van 18 augustus 1832 tot 19 januari 1833, en
van 21 juli 1834 tot 11 oktober 1834. Vanaf 6 juni 1766 staat bij de
geboorten/dopen voor de ouders de plaats van herkomst aangegeven. Vanaf 1779
kunnen we aan de hand van een kruisje of handteken de aard van geletterdheid
nagaan. Vanaf 10 november 1785 werd door de aartsbisschop F. J. Vander Elst
verplicht de namen van de ouders der gehuwden te vermelden. Tijdens de Franse
overheersing (1795-1815) zijn vele pastoors wegens godsdienstvervolging
ondergedoken en bleven hun parochieregisters inschrijven (1797-1802). In
oktober 1798 doken vele priesters onder wegens het weigeren van de eed van haat
aan het koningschap. Ze gingen hun parochianen in het geheim bezoeken. Er werd
voor de geboorten/dopen een bijkomende datum ingeschreven die niet overeenstemt
met de echte datum! De plechtigheid gebeurde altijd later. Ook komen deze data
(meestal) niet overeen met de akten van de Burgerlijke Stand. Omdat de
bevolking gesteund door hun pastoor het nieuwe Franse gezag niet goed gezind
was, moeten we voor de juiste datum de voorkeur geven aan de parochieregisters.
In de linkerrand van de geboorte-doopakte staat vanaf 1780 in potlood bij de
jongens mort of mort au service en soms ook
het jaar waarop ze in legerdienst gingen. Mort betekent dan jong overleden,
mort au service overleden tijdens de dienst.
In vele
gevallen gebruikte de pastoor afkortingen alsook een trema, het caret/dakje, en
het apostrof/weglatingsteken. Van nùùel bv. is Van Nuvel. Een moeilijker geval
is de familienaam Van Leùùen. Hier is het niet zeker of het om Van Leuwen of
Van Leuven gaat. In vergelijking met andere lijkt het laatste ons het meest
waarschijnlijk. De genealoog zal in de akten aandachtig moeten letten op de
verscheidenheid van de namen door de grafieën te vergelijken. De klappers die
tijdens de 19e eeuw werden samengesteld tonen veel onnauwkeurigheden. Voor
nauwgezette controle gaat men best de registers zelf inkijken. Ook maakte de
pastoor willekeurig gebruik van hoofd- en kleine letters.
Belangrijk!
Belangrijk
om weten is dat het maken van een gezinsreconstructie van de
Sint-Ambrosiusparochie veel moeilijker is dan bij andere. Meermaals gaven de
pastoors verkeerde voor- en familienamen op, tot zelfs totaal verkeerde ouders
bij de dopen. Het is dan ook een zeer omslachtig werk om de juiste
gezinssamenstelling te vinden. Andere bronnen brengen dikwijls de oplossing.
Het moet beklemtoond worden dat het voor iemand die niet vertrouwd is met de
Dilbeekse families bijna onmogelijk is om dit werk aan te vatten. Jarenlange
ervaring heeft hiertoe bijgedragen. Wie de originele akten raadpleegt kan dus
op een totaal verkeerd spoor worden gebracht of zaken over het hoofd zien.
Uiterste aandacht is dus vereist. Oorzaak van deze verwarring is dat de ene
pastoor al wat nauwgezetter te werk ging dan de andere.